Interview voorbeelden

Eva Frerichs

gedragstherapeute voor honden en eigenaresse van twee hondenscholen
in Spijkenisse en Geldermalsen

Leestijd: 15 minuten

Uitgebreide versie van het interview dat verscheen in het zomernummer 2023 van Dieren4u Dierenambulance

“Wat apart, ik ken geen mensen zoals jij”, zegt Eva en kijkt me stomverbaasd aan.

Ik had geen idee hoe je aan een hond moet komen, anders dan dat je er een haalt uit het asiel of uit een nestje. Ik wist ook niet dat je met een hond naar school moet om aan de socialisatie van het dier te werken. Ik dacht dat je met “ZIT” en “AF” vast een eind zou komen met de opvoeding. Maar ja, ik ben nu eenmaal een kattenvrouwtje en heb met honden geen andere ervaring dan dat een “herder” me ooit lelijk in mijn been heeft gebeten waardoor ik vreselijke Tetanusspuiten moest halen in het ziekenhuis. En dat er – jaren later – toen ik muurvast zat in een diepe modderplas, vacuüm gezogen door mijn kaplaarzen, er een speels bakbeest op me af kwam rennen en ik gillend doodsangsten uitstond, tot grote hilariteit van mijn gezinsleden. Oké, het hondje van de buurvrouw durf ik best te aaien, vooral als troost omdat mijn kat hem vaak vanaf de pergola in de tuin spottend zit uit te dagen en zich zichtbaar amuseert omdat het beestje zo tekeer gaat. Maar verder?

Van dit interview met de nuchtere Eva die geen blad voor de mond neemt, heb ik veel geleerd. Haar liefde voor honden en het enthousiasme waarmee ze vertelt over haar hondenschool en haar specialisme hondencoach/gedragstherapie spettert van haar af en werkt zélfs op mij aanstekelijk. Zes honden heeft ze in haar eigen roedel. Uitstekend opgevoed, uiteraard. Twee ervan neemt ze mee naar de lessen om de andere honden te laten zien hoe het wél moet: Mieke en Loes.

Wat is het verschil tussen leren in een hondenschool en leren van gedragstherapie?
De hondenschool

“Op mijn scholen geef ik les aan eigenaren van puppy’s vanaf twee maanden en (honden)pubers vanaf zeven maanden. Aan de hand van basisoefeningen leren de cursisten hoe zij hun hond sociaal en gewenst gedrag kunnen aanleren. Eigenaar en hond komen samen naar de trainingen. Ik werk volgens hetzelfde principe als sportscholen. Een cursist betaalt maandelijks contributie in plaats van een lespakket van bijvoorbeeld tien lessen te kopen. Een hond is namelijk nooit uitgeleerd; er valt nog zoveel samen te doen. Na deze twee cursussen kunnen de koppels dus doorstromen naar vervolgcursussen als gehoorzaamheidstraining, apporteersport en combisport (gehoorzaamheid gecombineerd met behendigheid) en andere sporten.”

Hoe gaat zo’n training in zijn werk?

“De trainingen worden buiten, op het veld, gegeven aan een groep van zes eigenaren met hun honden. Tijdens de eerste bijeenkomst leren de honden elkaar kennen en spelen ze samen onder begeleiding. De eigenaars staan erbij en ik vertaal voor hen het gedrag van hun dieren, zodat ze daarvan kunnen leren. De cursisten stellen veel vragen die ik later, in groepsverband, beantwoord. Behalve in privétrainingen waar de eigenaar ook voor kan kiezen. Een training duurt drie kwartier.”

Zijn er veel hondenscholen waaruit je kunt kiezen als eigenaar?

“Ja, maar er zijn ook grote verschillen tussen “hondenscholen”. In principe kan iedereen die dat wil een hondenschool starten. Zo zijn er vrijwilligersclubs, maar ook grote bedrijven die met vrijwilligers werken. Vaak zijn deze mensen al hun leven lang hondenbezitter en hebben ze dus veel ervaring. Wat echter ontbreekt, is achterliggende kennis waardoor vrijwilligers geen garantie kunnen bieden voor kwalitatief goede lessen. Zelf ga ik er prat op dat in mijn beide hondenscholen de eigenaars les krijgen van gediplomeerde instructeurs.”

Gedragstherapie

“Gedragstherapie wordt ingezet als de hond dusdanig ongewenst gedag vertoont dat het met alléén training niet te verhelpen is. Angst, agressie, een traumatische ervaring of te sterk ‘DNA-gedrag’ zijn problemen waaraan je dan moet denken. Dan heb ik het niet over normaal DNA-gedrag; dat zit nu eenmaal in de hond. Een jachthond wil jagen, dat leer je hem nooit af. Als je dat verkeerd gedrag vindt, heb je de verkeerde hond aangeschaft.

Een goede gedragstherapeut komt bij mensen aan huis om de hond te zien in de omgeving. Telefonisch advies volstaat niet en ook is het niet goed om naar een gedragstherapeut tóe te gaan om de hond in zijn of haar praktijk te laten observeren. Het gedrag moet gezien worden, daar waar de hond het vertoont. Ook belangrijk is om te zien hoe de gezinssamenstelling is en hoe de gezinsleden met de hond en diens gedrag omgaan. Want die wisselwerking is waar het om draait: samenwerking, opvoedtechniek en gedragsbegeleiding.

Ik ben van origine gedragstherapeut en werk voornamelijk met honden waaraan een ander niet meer zou beginnen. Dat is voor mij een uitdaging. Ik vind het mooi om ervoor te kunnen zorgen dat een hond weer een fijn leven kan krijgen bij dezelfde eigenaar.”

Dus er zijn opleidingen tot gedragstherapeut/instructeur?

“Zéker! Er zijn twee- of driejarige HBO-opleidingen bij verschillende instituten, de meeste geaccrediteerd door de Raad van Beheer. Wie professioneel kwaliteitslessen wil gaan aanbieden, gaat naar een geaccrediteerde opleiding en sluit zich daarna aan bij een beroepsvereniging. Dan moet je wél jaarlijks studiepunten halen om op de hoogte te blijven van nieuwe wetenschappelijke inzichten, trainingsvormen en hondensporten. Zelf ben ik aangesloten bij SPDD, Platform van Professionele Diergedragskundigen.”

Zijn inzichten op hondengebied dan nog steeds in ontwikkeling?

“Nou en of! De laatste jaren bijvoorbeeld wordt de dominantietherapie sterk in twijfel getrokken. Moet je echt een hond bij zijn nekval pakken, hem op de grond leggen en als laatste eten geven? David Mech, die deze dominantietheorie ontwikkelde, heeft jaren terug al mondiaal excuses aangeboden voor deze misinterpretatie. Toch krijg ik nog steeds bange en onzekere hondjes in therapie waarvan de eigenaar “hem wel eens even zijn gedrag zou afleren”. César Millán (TV-persoonlijkheid op National Geographic en schrijver van talloze boeken) hanteert nog steeds de achterhaalde dominantietheorie met technieken waar hedendaagse trainers totaal niet meer achterstaan. Volgens hem moet je bóven je hond staan, de baas zijn en zelfs agressie inzetten als je dat nodig acht. Hij beveelt bijvoorbeeld een sliplijntje aan, een lijn bevestigd achter de oren. Geef je daar een ruk aan, dan schrikt de hond en zal hij “rustig en onderdanig gedrag” laten zien. In werkelijkheid krimpt die hond krimpt ineen van angst. Veel beter is het om ongewenst gedrag te negeren en goed gedrag te belonen. Wat niet wil zeggen dat je de hond niet mag corrigeren met aangeleerde commando’s als “Af”, “Blijf” of “Foei!”. Maar corrigeer vooral met energie en lichaamstaal. Ga rechtop staan, haal diep adem en de hond zal denken: “Hé, hier gaat iets niet goed.” Of maak een gebaar met je hand. Dat  werkt beter dan honderd verbale commando’s.  Ik vind dus dat, als je naar een hondentrainer gaat, je iemand moet kiezen met de nodige diploma’s. Want wat er dan ná die dominantietheorie is gekomen, tja, dat leer je alleen in een opleiding.”

Ik wist inderdaad niet beter dan dat je dominant moet zijn over je hond
“Zéker niet!! ”Ik zou niet weten waarom ik dominant zou moeten zijn over mijn honden. Ik heb twee heel dominante teven en die zijn geweldig om mee te werken. Een dominante hond is zelfverzekerd en zet geen agressie in. Een onzekere hond wél. Onzekere honden zijn veel moeilijker om in huis te hebben dan zelfverzekerde honden.”

Ik wil een hond. Hoe pak ik dat aan?

“Je kunt op veel manieren aan een hond komen, maar ze zijn zeker niet allemaal (even) goed.  Verreweg het beste te volgen traject is optie 1 in de hierna volgende opsomming. De hierna volgende opties lopen af in wenselijkheid.

Om een goede keuze te maken ga je naar de website van de Raad van Beheer: houdenvanhonden. Hier vind je veel informatie over alle rassen. Heb je daaruit een keuze gemaakt, ga dan eens op een hondenshow kijken hoe die rassen er uitzien en hoe ze zich gedragen. Vervolgens zoek je (via internet) de rasvereniging op waarbij alle fokkers zijn aangesloten.
Als je contact opneemt met een fokker zal deze altijd vragen om kennis te komen maken en wat informatie over jezelf te delen. Tijdens dat bezoek krijg je nogmaals veel te horen over het ras en de verzorging ervan. Een goede fokker fokt met op gezondheid geteste honden en heeft hooguit een paar keer per jaar een nest dat in de woonkamer in een “werpkist” en in een puppyren wordt verzorgd. De betere fokker zal een “nesttest” laten afnemen als de pups zijn geboren. Op basis hiervan matcht de fokker een pup met het best passende gezin. Het gaat hierbij niet om kleur of geslacht, maar om karakter en of eigenaar en hond bij elkaar passen. Wanneer er in het nest genoeg pups geboren worden, behoor je tot de gelukkigen en anders kom je eventueel op een wachtlijst. De fokker zal vanaf de leeftijd van zes weken veel doen om het dier te socialiseren. Hij leert de pups om te gaan met allerlei prikkels buiten en de nieuwe eigenaren komen langs om de pups eraan te laten wennen door hen geaaid te worden. Met acht weken kun je dan eindelijk je nieuwe huisgenoot gaan ophalen.

2. Haal een hond uit het asiel! Die honden verdienen allemaal een liefdevol thuis. Zorg wel voor goede begeleiding vanaf het begin, want vaak hebben deze asielhonden een probleemtraject achter de rug en wat hulp nodig om zich thuis te voelen in hun nieuwe omgeving.

Op facebook en marktplaats wordt veel geadverteerd met pups uit gelegenheidsnestjes. Maar let op: het is lastig om hier het kaf van het koren te scheiden. Haal niet zomaar een pup op, maar wees kritisch en stel vragen! Zijn er gezondheidstesten gedaan, was er aandacht voor socialisatie?
4. Het redden van een hond via een buitenlandse stichting. Gelukkig komen de meesten daar nu van terug. Gedragstherapeuten hebben al jaren hun handen vol aan buitenlandse hondenproblematiek. Er zijn zeker goede stichtingen, maar er ontstaat steeds meer hondenhandel. Veel professionals spreken zich daarom uit tegen het importeren van zielige hondjes die hier nog verder getraumatiseerd raken. Zij pleiten ervoor dat we de buitenlandse honden vooral dáár laten en hun problematiek dáár oplossen.”

Hoe lang doe jij dit werk al?

“Mijn hondenobsessie is geboren toen ik op mijn 15e jaar begon met het trainen van mijn eigen hond. Toch ben ik eerst kantoorbanen ingerold, tot ik mezelf op een gegeven moment, starend naar het computerscherm, oprecht afvroeg wat ik daar eigenlijk zat te doen. Ik besloot het roer om te gooien en een opleiding te gaan volgen tot hondengedragstherapeut. Daarna liet ik me in 2015 inschrijven bij de KvK en ben mijn eigen hondenschool gestart. Ik heb er geen seconde spijt van gehad. Inmiddels ben ik honderden cursisten verder en eigenaar van een volwaardig, deskundig en professioneel bedrijf met locaties in Spijkenisse en Geldermalsen. Daarnaast rijd ik veel consulten voor gedragstherapie, organiseer ik puppyreünies en doe ik nesttesten om de karakters van de pups te bepalen volgens een Campbell test. Mijn bevindingen schrijf ik uit in verslagen die de toekomstige eigenaars ontvangen. Die bevatten dan alle informatie over de karakters en gedragingen van de hondjes. Want vergis je niet, in één nest kunnen zes totaal verschillende hondjes voorkomen.”

Tot slot: kun je je hond niet gewoon zelf opvoeden?

“Dat kán, maar ik raad het sterk af, zeker met een hond uit het asiel. Besef dat een hond niet vanzelf een superleuke huisgenoot is. Je zult hem dingen moeten leren, net zoals een kind.  Met adviezen van een – liefst – gediplomeerd instructeur in een geaccrediteerde hondenschool. Mijn hondenschool is, vergeleken met andere hondenscholen, helemaal niet duur. Ik houd de tarieven bewust laag, omdat ik graag wil dat eigenaars met hun hond komen trainen. Ik hoef er niet rijk van te worden; ik word erg gelukkig van dit werk.”

Webshop Powerdogs

In Eva’s webshop Powerdogs kunnen cursisten en cliënten materialen aanschaffen die in de praktijk nodig zijn voor hun pups en  (power)honden. Spullen die wél bestand zijn tegen hun kaken, in tegenstelling tot veel troep die je bijvoorbeeld bij de Action koopt. Wie lid wordt van haar hondenschool krijgt toegang. Ook goede voeding verkoopt ze hier, want verkeerde voeding is vaak de basis voor problematiek, vertelt Eva. Voedingsdeskundige moet je daarom ook wel worden en voeding heeft haar enorme interesse. Ze heeft er veel over gelezen, seminars en bijscholingen over gevolgd.

 

Ook door mij geïnterviewd worden?

Voor meer informatie kun je me bellen op 0612358157 of een mail sturen via het contactformulier.

Website door Webbouwen aan de keukentafel | Foto’s gemaakt door in2pictures, Hoogvliet

Inschrijving voor het boek Gekkenwerk

Geef naam, adres, woonplaats en e-mailadres op.

Dankjewel voor je inschrijving!

Stel hier je vraag